Is het een mislukte vliegende schotel?

Nog een maandje en het is weer Halloween, het feest der uitgeholde pompoenen. De meeste zijn voor de sier, maar sommige kun je prima eten.  Squash, zo vatten Engelstaligen kernachtig alle komkommerachtigen samen. Denk aan pompoen, courgette en kalebas. Grappig dat squash ook een sport is, waarbij je met een racket met z’n tweeën zo hard mogelijk een bal tegen de muur beukt. Zouden ze ooit dit spel met onrijpe pompoenen hebben gespeeld die het na een uurtje knallen begaven? To squash betekent onder meer pletten, persen en verpletteren, wat een heftig rijtje lekker uit de mond spetterende woorden is. Wellicht dat vroeger deze fruitgroente een stevige behandeling in de keuken kreeg. Maar er is ook squash die je juist heel moet laten. Zoals sierpompoenen, die zijn om naar te kijken. Je vindt het decoratieve spul nu in de stalletjes langs de wegen bij boeren erven. Jonge pompoenen en kalebassen kun je goed eten, de wat oudere zijn behalve voor de sier dus ook bruikbaar in het huishouden. De bast van de uitgeholde kalebas kan, al dan niet beschilderd of van snijwerk voorzien, dienstdoen als kom of schaal.
Heb je iemand wel eens horen zeggen ‘laaghangend fruit eerst plukken’? Dan is hij of zij op zoek naar snelle oplossingen. Zou de bedenker ervan ook aan de komkommerachtigen hebben gedacht? De pompoen en bijbehorende familie is ultralaaghangend lui fruit dat hangen al te veel moeite vindt. Het ligt gewoon op de grond te rijpen. Je zou er zo overheen kijken. Waar vaak overheen gekeken wordt, is de patisson. Ik zie een groot vraagteken boven je hoofd verschijnen. Nee, ik ga het niet hebben over een zeldzaam dingetje waaraan je alleen via een geheim genootschap ergens in een uithoek van Baskische Pyreneeen kunt komen na overhandiging van een tas vol geld. De patisson wordt ook in Nederland geteeld, maar strandt hier doorgaans als sierspul op de vensterbank of salontafel in de woonkamer. De keuken is nog een brug te ver en daar wil ik vandaag iets aan proberen te veranderen.
Wie kent de patisson nog als eetbare groente? Je kunt het niet eens een vergeten groente noemen. Da’s jammer, want je kunt er lekkere hapjes van maken. Het is een vreemd gevormd stuk fruit, een doorgezakte pompoen doordat kabouter Obesitas erop is gaan zitten. Karakteristiek is de golvende rand. Ze worden ook wel bisschopsmuts genoemd, maar ik denk eerder aan een mislukte vliegende schotel. Het is nu oogsttijd, alleen moet je goed zoeken waar je ze kunt kopen. Vraag je groenteboer erom. Ze staan ook bekend als zomersquash. Vroeg in het seizoen is de schil nog zacht en worden patissons dan ook in hun geheel verwerkt. Bewaar dergelijke patissons niet, ze bederven sneller dan pompoenen. Nu zijn vooral gele, oranje en witte patissons met een hardere schil verkrijgbaar. Ze lijken qua smaak op courgettes. Je kunt ze koud verwerken door ze in het zoetzuur te leggen of warm opdienen. De Japanner maakt er tempura van. Maar ik denk dat gebakken stukjes patisson met hazelnootjes, zout en peper nog smakelijker zijn. Je kunt patisson ook bakken of wokken met ui of prei of tot soep draaien en combineren met spekjes, ham of kaas. Kortom, ook met de patisson kun je alle kanten op. Ik zou zeggen: vind de juiste weg en bind het schort voor. Aan de slag!

Ingrediënten

500 g patisson (klein of groot)
2 dl crème fraîche
1 soeplepel grove mosterd
150 g geraspte Parmezaanse kaas
snufje nootmuskaat
2 eieren
2 eidooiers
zout
zwarte peper uit de molen

Bereiding

Snijd een grote patisson in stukken; gebruik je een kleine, snijd die dan doormidden.
Blancheer de patisson 1 minuut in zout water en laat hem uitlekken.
Verwarm de oven voor op 180C.
Klop eieren en dooiers los met de crème fraîche, zout, peper, nootmuskaat en een deel van de kaas.
Breng het mengsel verder op smaak met de mosterd.
Leg de patissonstukken in een schaal. Giet het beslag erover en zet circa 15 minuten in de oven.
Haal uit de oven en strooi de rest van de kaas erover.

Tip van de chef, gegratineerde patisson