Ingrediënten

Wil je een flinke voorraad snert? Vermenigvuldig dan de hoeveelheden met factor 4.

  • 200 ml water
  • 100 g zout voor het pekelbad
  • 500 g buikspek zonder zwoerd of varkensschouder
  • 2 l water
  • 500 g spliterwten
  • 2 preien, in grove ringen ringen gesneden
  • 1 knolselderij, geschild en in blokjes gesneden
  • 2 rode uien, in stukken gesneden
  • 1 winterwortel, schoongemaakt en in blokjes gesneden
  • 1 pastinaak, schoongemaakt en in blokjes gesneden
  • 2 teentjes knoflook, fijngesneden
  • 5 takken peterselie
  • 5 takken bleekselderij
  • 100 g gerookt spek, in dobbelsteentjes gesneden
  • 1 rookworst
  • Zout
  • Witte peper uit de molen
  • 1 laurierblaadje

Bereiding

  • Breng het water met het zout aan de kook. Draai het vuur uit en laat afkoelen. Schenk het pekelwater in een ovenbak en leg het buikspek of de varkensschouder in het water. Dek de bak af en zet 24 uur in de koelkast.
  • Breng het water aan de kook en voeg het buikspek of de varkensschouder (beide uitgelekt), de spliterwten, de prei, de knolselderij, de ui, de wortel, de pastinaak, de knoflook, de peterselie en de bleekselderij toe.
  • Draai het vuur laag en laat de soep koken tot de spliterwten zacht en gaar zijn.
  • Bak de rookspek goudbruin in een koekenpan en voeg bij de erwtensoep.
  • Voeg de rookworst toe en laat een kwartier met de soep meetrekken.
  • Breng de soep op smaak met zout en peper.
  • Haal de soeppan van het fornuis en laat een paar uur staan.
Snert